Bij het begin van het schooljaar begint ook weer de tekenacademie, de zwemclub, de muziekschool, … .
Als ouders uit mekaar zijn, kan de keuze van de buitenschoolse activiteit van de kinderen voor discussie zorgen.
Wie beslist welke activiteit het kind gaat doen?
Ouders hebben het ouderlijk gezag over hun kinderen. Dat betekent dat ze alle belangrijke beslissingen in hun plaats moeten nemen en in hun belang.
De keuze van de buitenschoolse activiteit is een beslissing die onder het ouderlijk gezag valt. Ouderlijk gezag betekent niet dat ouders zomaar hun wil mogen opleggen aan hun minderjarig kind. Ze moeten ook rekening houden met wat hun kind wil.
De beide ouders hebben in de meeste situaties gezamenlijk ouderlijk gezag. Ze moeten alle beslissingen samen nemen. Het feit dat het kind bij de ene ouder verblijft wanneer de buitenschoolse activiteit plaatsheeft, maakt daarbij geen verschil.
Wie betaalt de buitenschoolse activiteit?
Buitenschoolse activiteiten zijn buitengewone kosten. Ze worden buitengewoon genoemd omdat ze niet vallen onder de kosten voor de kinderen die regelmatig terugkomen.
Wie wat moet betalen is vaak opgenomen in het ouderschapsakkoord of de beslissing van de rechtbank, bijvoorbeeld:
- dat ze elk de helft van de buitenschoolse activiteiten betalen;
- dat de ouder bij wie het kind verblijft op het tijdstip van de activiteit de kosten betaalt;
- enz.
De ouder die de kosten maakt voor de buitenschoolse activiteit moet vooraf het akkoord vragen van de andere ouder om de terugbetaling te kunnen krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om het inschrijvingsgeld in de club, de kledij of het materiaal dat de kinderen nodig hebben.
De afrekening gebeurt op het einde van het trimester.
Als de ouders er toch niet uit geraken, dan kunnen zij aan de familierechter vragen om de knoop door te hakken.
Je vindt meer info:
- op onze fiches rond ouder-kindrelatie;
- op onze fiches rond buitengewone kosten;
- op onze schema’s: