Boomstructuur
Voor je verder leest
Opgelet! Deze informatie is enkel van toepassing als in je huurovereenkomst niets anders staat. Kijk eerst je huurovereenkomst na. Een huurovereenkomst kan deze opzegmogelijkheid uitsluiten of beperken.
Als er niets anders in je huurovereenkomst staat, kan je als verhuurder de huurovereenkomst op elk moment opzeggen om een familielid er te laten wonen.
Je moet een opzeggingstermijn van minstens 6 maanden voorzien. Opgelet de opzeggingstermijn begint pas te lopen vanaf de eerste dag van de maand nadat de huurder de opzeg heeft ontvangen.
Opgelet!
- Heb je je huurovereenkomst gesloten vóór 1 januari 2019?
Voor familieleden in de 3de graad (ooms, tantes, neven en nichten) kan je de huurovereenkomst niet beëindigen tijdens de 1ste 3 jaar. De opzeggingstermijn van 6 maanden zal ten vroegste stoppen na de 1ste 3 jaar. - Heb je je huurovereenkomst gesloten na 1 januari 2019?
Voor al je familieleden kan je de huurovereenkomst niet beëindigen tijdens de 1ste 3 jaar. De opzeggingstermijn van 6 maanden zal ten vroegste stoppen na de 1ste 3 jaar.
Met familieleden wordt bedoeld:
- je echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner;
- je kinderen, kleinkinderen of geadopteerde kinderen en de kinderen van de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner;
- je vader, moeder, grootouders en die van je echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner;
- je broers, zussen, ooms, tantes, neven, nichten en die van je echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner.
De opzeg vermeldt:
- de reden van je opzeg (familieleden die er gaan wonen);
- wie er de woning gaat gebruiken.
Als de opzeg dat niet vermeldt, dan is hij niet geldig. Je moet dan een nieuwe opzeg doen. De termijn begint te lopen van zodra de huurder de nieuwe opzeg heeft ontvangen.
Je vindt een modelbrief om de huurovereenkomst als verhuurder te beëindigen voor eigen gebruik onder 'Documenten' onderaan.
Na de beëindiging van de huur moeten je ook zorgen dat:
- Je familielid moet in de woning gaan wonen binnen het jaar na het einde van de opzegtermijn. Als de huurder langer in de woning blijft na het einde van de opzegtermijn, dan begint het jaar pas vanaf wanneer de huurder de woning verlaten heeft.
- Hij/zij moet de woning minstens 2 jaar na elkaar bewonen.
Als dit niet gebeurt, dan kan de huurder je een vergoeding van 18 maanden huur vragen. Je moet die vergoeding niet betalen wanneer er ‘buitengewone omstandigheden’ zijn.
Dat is onder andere:
- een belangrijke reden waardoor je familielid zijn/haar plannen niet kan uitvoeren;
- een omstandigheid die zich voordoet buiten je wil;
- een omstandigheid die je niet kon voorzien op het moment van de opzeg.
Bijvoorbeeld: Je vader krijgt een ernstige ziekte waardoor hij niet meer alleen kan wonen. Als je huurder je redenen niet aanvaardt, dan moet de vrederechter beslissen of de redenen ‘buitengewone omstandigheden’ zijn.
Je vindt meer info:
De volledige inhoud van deze fiche is enkel toegankelijk voor leden van HelderRecht.
Om toegang te krijgen: