Op zondag 5 december is het Internationale Dag van de Vrijwilliger. Vrijwilligerswerk kan een manier zijn om toch actief te blijven als je werkloos bent. Om je werkloosheidsuitkering niet te verliezen, moet je wel enkele stappen zetten.
Om je werkloosheidsuitkering te behouden, moet je normaal beschikbaar zijn voor werk.
Dat ben je eigenlijk niet als je vrijwilligerswerk doet.
Je kan toch vrijwilligerswerk doen en je werkloosheidsuitkering behouden, als je vooraf toestemming van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) krijgt.
Je moet daarvoor een formulier C45 invullen en indienen bij je uitbetalingsinstelling (je vakbond of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW)). Je vindt het formulier op de website van de RVA.
De RVA moet beslissen of je vrijwilligerswerk toegelaten wordt binnen 12 dagen.
Als je toestemming krijgt, dan mag je het vrijwilligerswerk uitvoeren binnen de grenzen van je toelating.
Opgelet! Sommige organisaties hebben een algemene toelating om werklozen vrijwilligerswerk te laten doen. Je hoeft dan niet zelf toestemming te vragen.
Informeer bij de organisatie waar je als vrijwilliger aan de slag gaat.
Daarnaast moet je je andere plichten als werkloze naleven. Zo moet je:
- geen werk hebben en geen loon krijgen;
- geschikt zijn om te werken;
- ingeschreven zijn als werkzoekende;
- actief naar werk zoeken en geen passend werk weigeren;
- je (elektronische) controlekaart bijhouden, invullen en op het einde van de maand indienen bij je uitbetalingsinstelling.
Je hoeft je vrijwilligerswerk niet te vermelden op je controlekaart, tenzij je vrijwilligerswerk afwijkt van de precieze toestemming die je kreeg. Bijvoorbeeld: als je meer uren werkt, andere taken uitvoert, enzovoort.
Opgelet! Als je tijdelijk werkloos bent door de coronacrisis, dan ben je van enkele verplichtingen vrijgesteld.
Je vindt meer informatie: