Sinds 1 januari 2024 zijn de inkomsten uit knelpuntberoepen gedeeltelijk vrijgesteld voor de berekening van het leefloon. De vrijstelling bedraagt 426,30 € per maand.
Als je werkt in een knelpuntpuntberoep en je krijgt een leefloon, dan wordt je leefloon verminderd met je inkomsten van je knelpuntberoep.
Maar als je begint te werken in een knelpuntberoep, dan heb je recht op een vrijstelling van 426,30 € per maand. Dit betekent concreet dat het OCMW je leefloon slechts vermindert met het deel van je inkomsten boven 426,30 €.
Bijvoorbeeld: je verdient 1.500 € per maand in je knelpuntberoep, dan vermindert het OCMW je leefloon met 1.073,70 € (1.500 - 426,30).
Het bedrag van de vrijstelling voor de knelpuntberoepen is groter dan het bedrag van de vrijstelling voor beroepen die geen knelpuntberoepen zijn (297,46 € per maand).
Je krijgt deze vrijstelling als je:
- een arbeidscontract hebt van minstens 3 maanden;
- een attest hebt dat bevestigt dat je in een knelpuntberoep werkt. Dat attest moet opgemaakt zijn door een gewestelijke arbeidsdienst:
- de Forem;
- Actiris;
- VDAB;
- ADG.
Je kan 3 maanden genieten van deze vrijstelling. Deze termijn van 3 maanden begint te lopen vanaf je eerste werkdag.
Opgelet! Je krijgt de vrijstelling maar 1 keer in je leven.
Opgelet! Je krijgt de vrijstelling niet als je al een gelijkaardig voordeel kreeg in een ander regime van de sociale zekerheid.