Door de coronacrisis kunnen heel wat mensen de huur van hun woning niet meer betalen. Sommigen kunnen intrekken bij familie of vrienden om de moeilijke periode te overbruggen. Dat kan een invloed hebben op je sociale uitkering, omdat je gezinssituatie veranderd is.
Of je recht hebt op een sociale uitkering wordt meestal meebepaald door je gezinssituatie.
Meestal zijn er 3 categorieën:
- samenwonende met gezinslast;
- alleenstaande;
- samenwonende zonder gezinslast.
Tot welke categorie je behoort, wordt verschillend beoordeeld per sociale uitkering.
Bijvoorbeeld:
Je woont alleen. Een vriend komt bij je intrekken, zonder zijn domicilieadres te veranderen. Die vriend heeft een zeer laag inkomen.
- Voor je werkloosheidsuitkering beschouwt de RVA je als samenwonende, behalve als je bewijst dat jij en je vriend geen gemeenschappelijk huishouden hebben.
- Voor je invaliditeitsuitkering beschouwt het RIZIV je als alleenstaande. Als je inwonende vriend je partner wordt of plots hogere inkomsten heeft, dan ben je wel samenwonend.
- Voor je leefloon houdt het OCMW geen rekening met andere inwonende personen, behalve als het om je partner gaat.
Het bedrag van je uitkering wordt meestal bepaald door je gezinscategorie en de inkomsten van je huisgenoten. Informeer je goed bij de RVA, je ziekenfonds, het OCMW of andere overheidsinstantie om te weten wat in jouw precieze situatie de gevolgen zijn als iemand bij je intrekt!
In elk geval moet je het altijd doorgeven als er iets verandert in je gezinssituatie. Doe je dat niet, dan riskeer je dat het bedrag van je uitkering herzien wordt en je een deel moet terugbetalen. Soms riskeer je nog een extra sanctie.
Je leest meer informatie in onze nieuwe fiches over de gevolgen van je woning delen op je sociale uitkering.
Ben je hulpverlener en heb je vragen over de gevolgen van je woning delen op je sociale uitkering? In onze vorming van 10 juni 2021 ‘Wat zijn de gevolgen voor je sociale uitkering als je je woning deelt’ krijg je meer info.