Wat moet je doen als je een bevel krijgt om het grondgebied te verlaten?

In principe moet je vrijwillig vertrekken uit België en het Schengengebied.



Je moet terugkeren naar je land van herkomst of naar een ander land waar je een verblijfskaart hebt.

In het bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) staat binnen welke termijn je moet vertrekken.

• De termijn is in principe 30 dagen vanaf de kennisgeving van het BGV.
• Die termijn kan ook korter zijn: 7 dagen of zelfs 0 dagen als er aanwijzingen zijn dat je niet spontaan zal vertrekken of als je een gevaar bent voor de openbare orde. Bijvoorbeeld:
  • je negeerde een eerder BGV;
  • je bent betrapt op zwartwerk;
  • je hebt een valse naam gebruikt om de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) te misleiden;
  • enz.
    
     
• De DVZ kan beslissen dat je geen termijn krijgt om vrijwillig te vertrekken. Je kan dan worden opsluiten in een gesloten centrum om je gedwongen uitwijzing voor te bereiden.
  
   

Je kan ook beslissen om in België te blijven:

• omdat je niet akkoord gaat met het BGV en je in beroep gaat bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV);
  
  of
• omdat je een verblijfskaart wil aanvragen, op grond van bijvoorbeeld gezinshereniging:
  
  of
• omdat je niet weet wat je moet doen, je nog even wil afwachten en je geen actie onderneemt.

Samen met het bevel om het grondgebied te verlaten, krijg je een afspraak met een ICAM-coach. Die gaat samen met jou bekijken of je kans maakt om toch nog een verblijfsvergunning te bekomen. Als er geen kan is, dan kan je de vrijwillige terugkeer bespreken.

Als je niet naar de afspraak gaat of niet meewerkt met de coach, dan riskeert je eeen gedwongen uitzetting.

Je kan ook informatie vragen bij een advocaat, een sociale dienst of een hulpverlener die gespecialiseerd is in het vreemdelingenrecht.

Je vindt meer info op de fiche: 'Heb je recht op een pro-Deoadvocaat als je illegaal verblijft?'