De verplichting om bij het opstarten van een procedure 20 euro aan het fonds voor juridische bijstand te betalen, is door het Grondwettelijk Hof gedeeltelijk vernietigd.
Sinds 2017 moet je een vast bedrag van 20 euro betalen als je een procedure voor de rechtbank begint. Er bestaan enkele uitzonderingen. De 20 euro is een bijdrage aan het fonds voor juridische bijstand (pro Deo).
Wanneer meerdere personen samen een procedure startten, dan zei de wet van 2017 dat elke persoon individueel de bijdrage moest betalen.
Dat deel heeft het Grondwettelijk Hof vernietigd.
Waarom?
Op het einde van de procedure moet de verliezende partij de gerechtskosten betalen. Als de partij die de procedure begonnen is (= de eisende partij), de procedure won, dan kon die de bijdrage voor het fonds terugvragen van de verliezende partij.
Wanneer meerdere personen eiser zijn en elk de bijdrage terugvragen, dan kan dat bedrag samen met de rolrechten, eventueel dagvaardingskosten, enz. hoog oplopen.
Het Grondwettelijk Hof heeft daarom beslist dat het buiten verhouding is voor de verliezende partij als ze de meerdere bijdragen aan de eisers moet terugbetalen.
Wat nu?
De vernietiging door het Grondwettelijk Hof heeft 2 gevolgen:
-
Voor het verleden: heb je in een procedure ongelijk gekregen en heb je meerdere keren de bijdrage aan het fonds moeten terugbetalen? Dan kan je het teveel betaalde terugkrijgen.
Een procedure om de bedragen terug te vragen is nog niet voorzien.
- Voor de toekomst: de bijdrage van 20 euro aan het fonds voor juridische bijstand bestaat nog steeds. Maar, je moet maar 1 keer de bijdrage betalen per procedure, ongeacht hoeveel eisende partijen er zijn.
Meer informatie over de bijdrage aan het fonds en de uitzonderingen vind je op onze fiche:
‘Wat is de vaste bijdrage van 20 euro voor het fonds voor juridische tweedelijnsbijstand?’
28 februari 2020
Click op de afbeelding om meer te weten te komen over Creative commons