Op 1 oktober wijzigen de tarieven voor de gerechtsdeurwaarder. De tarieven zijn volledig herwerkt zodat de kosten die een gerechtsdeurwaarder mag vragen meer transparant en eenvoudiger zijn. Zo vind je in de nieuwe tarieven geen kwijtingsrecht meer.
Telefoon, internet, water, elektriciteit en gas
Als de gerechtsdeurwaarder onbetaalde facturen moet invorderen voor telefoon, internet, water, elektriciteit en gas, dan geldt altijd het laagste tarief.
Een gerechtsdeurwaarder mag gegradueerde erelonen aanrekenen voor bijvoorbeeld het opstellen van een verzoekschrift of een proces-verbaal. Die gegradueerde erelonen zijn een vaste vergoeding.
Het tarief hangt af van het bedrag dat je schuldeiser vraagt of dat in het vonnis, veroordeling, dwangbevel of notariële akte staat. Vroeger waren hier 10 verschillende tarieven voor. Met de nieuwe regels zijn het er nog maar 3.
In de tabel hieronder vind je de tarieven terug.
Bedrag vordering, vonnis, veroordeling... | Gegradueerd ereloon | |
Tarief A |
| 125 euro |
Tarief B |
| 175 euro |
Tarief C |
| 250 euro |
Geen kwijtingsrecht meer
Als je een schuld afbetaalde bij de gerechtsdeurwaarder, dan mocht die op elke afbetaling een bepaald bedrag afhouden. Dat noemt het kwijtingsrecht of inningsrecht op afbetaling. Dus afhankelijk van de hoeveelheid afbetalingen betaalde je meer of minder kwijtingsrecht.
Met de nieuwe regels is er een vast invorderingsereloon. Dat is een vast bedrag afhankelijk van het totaal in te vorderen bedrag. Voor schulden van telefonie, internet, water, gas en elektriciteit geldt een maximum van 100 euro.
Ter info! De gerechtsdeurwaarder houdt het invorderingsereloon beetje bij beetje af van je betalingen tot het volledig betaald is.
Eenmalige administratieve dossierkost
Voor elke minnelijke en gerechtelijke invordering mag de gerechtsdeurwaarder een dossierkost aanrekenen van 50 euro. Vroeger mocht de gerechtsdeurwaarder 1% aanrekenen van de hoofdsom en interesten van de schuld.
Al deze bedragen worden elk jaar geïndexeerd op 1 januari.