Als vreemdeling kan je je kind erkennen of laten erkennen op dezelfde manier als een Belg.
Dat kan ook als je als erkenner of als moeder van het kind illegaal in België verblijft.
De erkenning gebeurt op de gemeente, bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Bij vreemdelingen kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de erkenning weigeren als hij/zij denkt dat het om een schijnerkenning gaat.
Je spreekt van een schijnerkenning als de erkenning van het kind enkel gebeurt om een verblijfskaart te krijgen voor de vader, voor de moeder of voor het kind. Er is geen ouder-kind relatie.
Tot voor kort was er geen specifieke procedure om in beroep te gaan als de ambtenaar van de burgerlijke stand de erkenning weigerde. Het Grondwettelijk Hof heeft op 7 mei 2020 beslist dat dat ongrondwettelijk is.
Sinds 17 augustus 2020 bestaat die beroepsprocedure.
Als de ambtenaar weigert dat je je kind erkent kan je in beroep gaan bij de familierechtbank.
Je moet dat doen binnen 1 maand na de kennisgeving van de beslissing.
De familierechter beslist of het om een schijnerkenning gaat. Hij/zij moet voornamelijk naar het belang van het kind kijken.
De personen die hun toestemming moeten geven voor de erkenning worden ook betrokken bij de procedure, bijvoorbeeld de andere ouder of het kind als het ouder is dan 12 jaar.
Je vindt meer info in onze rubriek ‘Vreemdelingen en familie: je wilt je kind erkennen’.
19 augustus 2020.